Kijk jij uit naar de lange reis door Frankrijk, zoals ik? De meeste mensen zien er als een berg tegenop. Toegegeven: ik heb nog geen kinderen op de achterbank, dus dat scheelt vast een hoop stress. Voor mijn werk rij ik elke zomer duizenden kilometers door Frankrijk. In mijn volgende blogs geef ik tips voor een relaxte reis. Allereerst: hoe reis je naar het zuiden?
Niet Luxemburg, maar Reims
Rijden door België: dat doe ik het liefst zo min mogelijk. Als ik naar Frankrijk ga, kies ik dus de kortste route door dat land: bij Hazeldonk (Breda) de grens over en met de vlam in de pijp richting Lille. Ook een logische route als je naar het westen moet.
De meeste landgenoten, jij misschien ook, gaan richting het oosten, Lyon: dan ben je veroordeeld tot de Route de Soleil. En niet alleen die weg is een ramp, maar de lange wegen door België, Luxemburg, Metz en Nancy werken je op de zenuwen – zeker met die caravans en dat vrachtverkeer. Het enige lichtpuntje is het tanken in Luxemburg. Je moet er soms een halfuur voor in de file staan, maar dan bespaar je wel een paar euro op je brandstof.
Maar bespaar in plaats daarvan op je zenuwen! Ga wel via Brussel, maar sla daarna “rechtsaf”, zodat je tussen Bergen (B) en Valenciennes (F) de grens over gaat. Je zit nu op de A2 en gaat daarna richting Reims. Dit is de A26, de ‘Autoroute des Anglais’. Bij Troyes ga je de A5 op, waardoor je bij Langres op de A31 komt. De “normale” route naar het zuiden.
Tel je voordeel
Het verschil in tijd? Google Maps zegt drie minuten, maar het echte verschil is veel groter. Je hebt een vrijwel lege A26: weinig vrachtverkeer, weinig caravans. Nu nog een zelfrijdende Tesla en je vakantie begint al in de auto. Een ander voordeel: omdat het zo rustig is, zijn de “aires” heel schoon en rustig.
Behalve de brandstofprijs nog een nadeel? Jep, helaas. De tol is iets hoger dan wanneer je het gebaande pad kiest. Maar in de file staan, daarvoor ga ik niet op vakantie…
Volgende blog: de psychologie van de péagepoortjes.