Je hebt besloten om op vakantie te gaan naar La bella Italia. Dan is het vaak ook handig om een woordje Italiaans te spreken. Hoewel er tegenwoordig op de meeste toeristische plekken wel Engels wordt gesproken, maak je een goede indruk door het gesprek toch in het Italiaans te beginnen. Dat wordt enorm gewaardeerd en zo zul je dus ook sneller geholpen worden!
Aangenaam!
Misschien sta je op de camping naast een Italiaans gezin, of wil je je netjes voorstellen aan de gids. Dat doe je zo:
Hallo, ik ben Kathleen.
Ciao, sono Kathleen.
Ik kom uit Nederland.
Sono olandese.
Ik heb twee kinderen.
Ho due bambini.
Aangenaam.
Piacere.
Italië is het mooiste land van de wereld!
l’Italia è il paese più bello del mondo!
Culinaire woordenschat
Zeg nou zelf, de belangrijkste reden om naar Italië te gaan is vanwege het eten. Dus ook in het restaurant of als je een ijsje bestelt, komt wat Italiaanse woordenschat zeker van pas:
Rode/witte wijn – Vino bianco/rosso
Koffie – Caffè
Water – Acqua
Ijs – Gelato
Alstublieft – Per favore
Dank u wel – Grazie
Is er nog plaats? – C’è ancora posto?
Spaghetti bolognese – Pasta al ragù
Kaas- en vleeswaren – Formaggi e salumi
Voorgerecht – Antipasto
Hoofdgerecht – Piatto principale
Eigenlijk spreek je in Italië niet van een hoofdgerecht, maar van een primo piatto en een secondo piatto, of “eerste gerecht” en “tweede gerecht”. De Italiaanse menukaart zorgt nog wel eens voor verwarring. Hoe werkt het nou eigenlijk? Het zijn dus altijd verschillende gangen, waarbij een primo piatto het warme voorgerecht is, vaak pasta. De secondo piatto is wat wij kennen als hoofdgerecht, vaak vlees of vis. Je krijgt echter niet je bordje vol zoals in Nederland. Wil je er ook groenten, rijst of aardappels bij? Dan moet je zelf de contorni (bijgerechten) erbij bestellen.
Je bent echter niet verplicht om elke avond een groots diner naar binnen te werken. Je moet de kaart zien als een soort mix en match. Het is helemaal niet raar om geen primo piatto te nemen of om te kiezen voor een primo piatto en een dessert. Aan jou de keus!
Dessert – Dolce
Tiramisù en limoncello kende je natuurlijk al 😉
De weg vragen
Ai… je bent verdwaald! Of je wil gewoon de snelste weg naar je bestemming weten. In beide gevallen komen de volgende woorden en zinnetjes van pas:
Links, rechts – Sinistra, destra
Straat – Strada
Weg – Via
Auto – Macchina
Kruising – Incrocio
Rotonde – Rotonda
Waar is … ? – Dov’è … ?
Ik ben verdwaald – Mi sono perso
Kunt u mij helpen? – Può aiutarmi?
Kunt u mij de weg wijzen naar … – Può darmi indicazioni stradali per …
Wat is de snelste route naar… – Qual’è il percorso più veloce a …
In bocca al lupo e buon viaggio! (Veel succes en goede reis!)
Echt Italiaans leren? Bekijk hier de verschillende boeken en je spreekt het zo!